Pensioenreglement

van de Stichting Pensioenfonds Acordis

 

1.  Algemeen

 

Toepassing van dit reglement en de uitoefening van een bevoegdheid door een orgaan op grond van dit reglement zal in alle gevallen geschieden binnen de daartoe bij wet gestelde grenzen.

 

Waar de tekst handelt over personen wordt er geen onderscheid gemaakt naar geslacht; waar ‘hij’ gelezen wordt, wordt tevens ‘zij’ bedoeld.

 

1.0  Verwijzingstabel van begrippen met een regelingsspecifieke betekenis

       (alfabetisch geordend)

 

Begrip                                                                                                Artikel

aanspraken 2000                                                                  1.1.7

Acordis                                                                                1.1.2

algemene loonindex Acordis                                                  2.6.2

Anw-vervangend tijdelijk nabestaandenpensioen                       2.4.1

AOW-datum                                                                         1.1.13

arbeidsongeschikt; arbeidsongeschiktheid                               1.1.10

arbeidsongeschiktheidsgrondslag                                            1.5.6

arbeidsongeschiktheidspensioen                                             6.1.1

Bestuur                                                                                 1.1.4

bijzonder levenslang nabestaandenpensioen                             2.11.9

bijzonder levenslang ouderdomspensioen                                 2.11.1

bijzonder tijdelijk ouderdomspensioen                                      2.11.1

BP                                                                                       1.1.15

BP-grondslag                                                                        1.5.5

BP-spaarsaldo                                                                      3.2.1

CAO                                                                                     1.1.19

deelnemer                                                                             1.1.5

deelnemer 2000                                                                    1.1.5

deelnemingstijd                                                                     1.4.1

deeltijdpercentage                                                                1.4.4.1

Directie                                                                                  1.1.3

fonds                                                                                       1.1.1

FVP                                                                                        1.1.18

franchise                                                                             1.5.2

(gewezen) deelnemer                                                           1.1.9

inkomensgrondslag                                                              1.5.3

kind                                                                                   2.5.1

levenslang nabestaandenpensioen                                        2.3.1

levenslang ouderdomspensioen                                  2.2.1

opbouwgrensbedrag                                                            1.5.1.1

partner                                                                               1.1.11

pensioenreglement 2000                                                      1.1.6

percentage ploegendiensttoeslag                                          1.5.4

scheiding                                                                            1.1.12

standaardpensioeningangsdatum                                          1.1.14

Tarief 2001                                                                           1.1.20

tijdelijk ouderdomspensioen                                                  2.1.1

variabele grondslag                                                              1.5.3.3

vaste maandsalaris                                                              1.5.3.1

vaste ploegendiensttoeslag                                                   1.5.3.2

VP                                                                                      1.1.16

VP-spaarsaldo                                                                      4.5

wezenpensioen                                                                     2.5.1


1.1  Begripsbepalingen

 

In dit pensioenreglement wordt verstaan onder:

 

1.1.1

het fonds:

de Stichting Pensioenfonds Acordis;

 

1.1.2

Acordis:

Acordis Nederland bv, alsmede de door deze aangewezen ondernemingen;

 

1.1.3

de Directie:

de Directie van Acordis Nederland B.V.;

 

1.1.4

het Bestuur:

het Bestuur van het fonds;

 

1.1.5

deelnemer:

persoon die op grond van 1.2 deelneemt aan het fonds;

 

deelnemer 2000:

·        persoon die op grond van 1.2 sinds 1 januari 2001 onafgebroken deelneemt aan het fonds en die bovendien op 31 december 2000 deelnam aan de tot en met 31 december 2000 geldende pensioenregeling;

alsmede de

·        persoon die op 31 december 2000 uitsluitend op grond van minimumtoetredingsleeftijd van de tot en met 31 december 2000 geldende pensioenregeling niet voldeed aan de aldaar gestelde voorwaarden van deelneming en sinds 1 januari 2001 onafgebroken deelnemer is gebleven;

 

1.1.6

pensioenreglement 2000:

het tot en met 31 december 2000 van toepassing zijnde pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Acordis;

 

1.1.7

aanspraken 2000:

aanspraken op pensioen over pensioenopbouwjaren tot en met 31 december 2000 uit hoofde van de overgangsregeling ingevolge 10.1;

 

1.1.8

gewezen deelnemer:

de persoon van wie overeenkomstig dit pensioenreglement de deelneming aan het fonds is geëindigd;

 

 

 

1.1.9

(gewezen) deelnemer:

de deelnemer of de gewezen deelnemer;

 

1.1.10

arbeidsongeschikt of arbeidsongeschiktheid:

de omstandigheid dat een persoon vanaf enig moment na aanvang van de deelneming (geheel of gedeeltelijk) niet in staat is te werken en daarom een uitkering ontvangt op grond van de WAO;

 

1.1.11

partner:

de met de (gewezen) deelnemer vóór de standaardpensioeningangsdatum respectievelijk de met de (gewezen) deelnemer 2000 voor de AOW-datum:

1.      gehuwde partner; of

2.      wettelijk geregistreerde partner; of

3.      samenlevende ongehuwde en niet-wettelijk geregistreerde partner:

·        met wie geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat; en

·        waarbij de samenleving in een geldend notarieel verleden contract is vastgelegd; en

·        waarbij het samenlevingscontract vóór de standaardpensioeningangsdatum aan het fonds is overgelegd;

 

1.1.12

scheiding:

·        scheiding van tafel en bed;

·        ontbinding na scheiding van tafel en bed;

·        echtscheiding;

·        beëindiging van een wettelijke partnerregistratie;

·        er wordt niet meer voldaan aan de voorwaarden van het begrip partner ingevolge 1.1.11, sub 3;

 

1.1.13

AOW-datum:

voor de toepassing van dit reglement, de eerste van de maand volgend op de 65e verjaardag van de (gewezen) deelnemer;

 

1.1.14

standaardpensioeningangsdatum:

1.      de voor de (gewezen) deelnemer

- met uitzondering van de (gewezen) deelnemer 2000 - geldende pensioendatum, zijnde de eerste van de maand volgend op de 62e verjaardag;

2.      de voor de (gewezen) deelnemer 2000 geldende prepensioendatum,

zijnde de eerste van de maand volgend op de 62e verjaardag.

Voor de (gewezen) deelnemer 2000 is de pensioendatum de AOW-datum;

 

1.1.15

BP:

Beschikbare Premieregeling volgens het in hoofdstuk 3 bepaalde;

 

 

1.1.16

VP:

Vrijwillig Pensioensparen volgens het in hoofdstuk 4 bepaalde;

 

1.1.17

AOW:

Algemene Ouderdomswet;

Anw:

Algemene nabestaandenwet;

WAO:

Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering;

AWBZ:

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

PSW:

Pensioen- en spaarfondsenwet;

Wet LB:

Wet op de loonbelasting 1964;

 

1.1.18

FVP:

Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering;

 

1.1.19

CAO:

Collectieve Arbeidsovereenkomst Acordis Nederland;

 

1.1.20

Tarief 2001:

Overzicht van koopsommen/premies voor de Beschikbare Premieregeling, Regeling Vrijwillig Pensioensparen, ouderdomspensioen en ruilvoeten voor herschikkingen op basis van door het bestuur vastgestelde waarderingsgrondslagen, zoals vastgelegd in 12.2.

 


1.2  Voorwaarden voor deelneming

 

1.2.1

Deelneming

Als deelnemer wordt tot het fonds toegelaten, voorzover niet krachtens arbeidsovereenkomst uitgezonderd, hij ten aanzien van wie aan de volgende voorwaarden is voldaan:

 

1.2.1.1

hij heeft de standaardpensioeningangsdatum, zoals bedoeld in 1.1.14, niet bereikt;

 

1.2.1.2

hij is geen deelnemer van een bedrijfspensioenfonds als bedoeld in de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds of van een beroepspensioenregeling als bedoeld in de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling;

 

en als bovendien is voldaan aan één van de volgende voorwaarden:

 

1.2.2.1

hij is uit hoofde van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij Acordis en oefent zijn werkzaamheden uit in Nederland;

 

of

 

1.2.2.2

hij is uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, gesloten met Acordis, uitgezonden naar een in het buitenland gevestigde met Acordis verbonden onderneming of instelling;

 

of

 

1.2.2.3

hij is onvrijwillig ontslagen en hij heeft met Acordis na 31 december 2000 een wachtgeldovereenkomst, of een andere overeenkomst op grond van de Sociale Regels Acordis Nederland, gesloten;

ofwel

hij is onvrijwillig ontslagen en hij is met Acordis, en na goedkeuring door de Directie, na 31 december 2000 een andere direct ingaande loonvervangende inkomensregeling overeengekomen die voorziet in en de voorwaarden regelt van een voortzetting van de deelneming;

 

of

 

1.2.2.4

hij is aaneengesloten voor 15% of meer arbeidsongeschikt en deze arbeidsongeschiktheid is ontstaan op of na 1 januari 2000 tijdens het dienstverband met Acordis;

 

of

 

1.2.2.5

hij was deelnemer 2000 (mede) op grond van arbeidsongeschiktheid en hij voldoet op 1 januari 2001 zowel aan de voorwaarde voor deelneming op grond van arbeidsongeschiktheid van dit reglement, als aan ten minste één van de overige voorwaarden van dit artikel;

 

of

 

1.2.2.6

hij heeft onmiddellijk aansluitend aan zijn dienstverband met Acordis, op een tijdstip gelegen na 31 december 2000, recht op een bijdrage ten behoeve van de pensioenopbouw ten laste van FVP.

 

1.2.3

Begin en einde deelneming

De deelneming begint op de eerste dag waarop aan de onder 1.2.1 en 1.2.2 gestelde voorwaarden is voldaan maar niet eerder dan op 1 januari 2001 en eindigt op de eerste dag waarop dit niet meer het geval is.

 

 


1.3  Aanspraken op pensioen

 

1.3.1

De (gewezen) deelnemer heeft aanspraak op de overeenkomstig dit reglement vast te stellen pensioenen indien en zolang is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden.

 

1.3.1.1

Algemeen geldende aanspraken

Aanspraken worden toegekend op:

 

·        tijdelijk ouderdomspensioen voor de (gewezen) deelnemer;

·        levenslang ouderdomspensioen voor de (gewezen) deelnemer;

·        levenslang nabestaandenpensioen na toepassing van 2.8.7.1 voor de gewezen deelnemer, na zijn overlijden voor zijn partner; en

·        Anw-vervangend tijdelijk nabestaandenpensioen na overlijden van een (gewezen) deelnemer, voor zijn partner;

·        wezenpensioen na overlijden van een (gewezen) deelnemer voor zijn minderjarige kind(eren) en studerende kind(eren);

·        arbeidsongeschiktheidspensioen voor de deelnemer;

·        pensioen(en) uit hoofde van de overgangsregelingen van hoofdstuk 10.

 

1.3.1.2

De deelnemer heeft conform hoofdstuk 6 aanspraak op gehele of gedeeltelijke premievrije voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.

 

1.3.1.3

De deelnemer kan, met inachtneming van het in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bepaalde, deelnemen aan de Beschikbare Premieregeling (BP) en de Regeling Vrijwillig Pensioensparen (VP).

 

1.3.2

Het BP-spaarsaldo en het VP-spaarsaldo ingevolge hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 van dit reglement worden op basis van de bepalingen in dit reglement aangewend voor aankoop van tijdelijk ouderdomspensioen en/of levenslang ouderdomspensioen en/of levenslang nabestaandenpensioen, met dien verstande dat het BP-spaarsaldo alleen bij leven van de (gewezen) deelnemer wordt aangewend voor inkoop van pensioenaanspraken.

 

1.3.3

Op de pensioenen zijn de bepalingen met betrekking tot herschikking krachtens hoofdstuk 7 onverkort van toepassing.

 

1.3.4

Algemeen verbod op afkoop, vervreemding

Aanspraken op pensioen kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de PSW in combinatie met toepassing van 2.8 en 2.9 van dit pensioenreglement.

 


1.4  Perioden van deelneming

 

1.4.1

Perioden van deelneming

Onder deelnemingstijd van de deelnemer wordt in dit reglement verstaan de maanden gedurende welke hij na 31 december 2000 ononderbroken op basis van een arbeidsovereenkomst bij Acordis in dienst is geweest.

 

Onder een arbeidsovereenkomst bij Acordis wordt mede verstaan aaneengesloten arbeidsovereenkomsten met ondernemingen of instellingen als bedoeld in 1.2.2.1 en 1.2.2.2, mits de betrokken ondernemingen of instellingen ten tijde van de verandering van dienstverband waren aangewezen overeenkomstig artikel 5 van de statuten van het fonds.

 

1.4.2

Onder deelnemingstijd wordt in dit reglement tevens verstaan de maanden die als gevolg van waardeoverdracht krachtens 2.10 zijn toegekend.

 

1.4.3

Voor de vaststelling van de deelnemingstijd worden gedeelten van maanden in dagen nauwkeurig vastgesteld en wel voor de toepassing van 1.4.1 volgens de decimale factor ‘gebroken maand’ zoals vastgesteld door Acordis.

 

1.4.4

Deeltijder:

deelnemer die op grond van bijzondere bepalingen in de arbeidsovereenkomst een kortere tijd per dag, per week, per maand of per jaar bij Acordis werkzaam is of is geweest dan de normale arbeidsduur en in verband daarmee geen voltijdsalaris ontvangt of heeft ontvangen.

 

1.4.4.1

Deeltijdpercentage:

het percentage dat aangeeft welk gedeelte de arbeidstijd van een deeltijder uitmaakt van de normale arbeidstijd, zoals gedefinieerd in de CAO.

 

1.4.4.2

Ouderschapsverlof

Ingeval de deelnemer tijdens ouderschapsverlof komt te overlijden, wordt op onderstaande wijze het levenslang nabestaandenpensioen gecorrigeerd.

Indien en voorzover door toepassing van de Wet op het Ouderschapsverlof (artikel 7: 644 BW) en/of het Acordis Deeltijd Ouderschapsverlof:

·        het deeltijdpercentage van de deelnemer daalt; en/of

·        de deelnemer voor de toepassing van de pensioenregeling deeltijder wordt;

zal bij toepassing van de extrapolatie van 2.3.3.1, rekening gehouden worden met het vooraf overeengekomen en na het ouderschapsverlof geldende deeltijdpercentage.

 

Indien en voorzover door toepassing van de Wet op het Ouderschapsverlof (artikel 7: 644 BW) en/of het Acordis Deeltijd Ouderschapsverlof de vaste ploegendiensttoeslag daalt, wordt de hieruit voortvloeiende verlaging van het levenslang nabestaandenpensioen niet doorgevoerd.

1.4.5

Samenloop deeltijdpensioen en deelnemerschap

De deelnemer die de 60-jarige leeftijd bereikt, heeft het recht vanaf de eerst mogelijke vervroegde standaardpensioeningangsdatum tot het bereiken van de standaardpensioeningangsdatum ouderdomspensioen partieel te genieten.

Indien en voorzover en voor zolang betrokkene op grond van 1.2 deelnemer blijft, wordt het deelnemerschap - op grond waarvan pensioen wordt uitbetaald - beëindigd en wordt voor het in deeltijd voortgezette dienstverband uitgegaan van nieuw deelnemerschap. Hierbij zijn de bepalingen met betrekking tot inkomende waardeoverdracht ingevolge 2.10 niet van toepassing.

 


1.5  Pensioenopbouwfactoren

 

1.5.1.1

Grondslagen voor berekening van de aanspraken

Het opbouwgrensbedrag is het grensbedrag dat bepalend is voor de mate waarin volgens het beschikbare premiesysteem pensioenopbouw wordt bereikt.

Met inachtneming van het bepaalde in 2.2 wordt tot het opbouwgrensbedrag pensioen opgebouwd volgens het geïndexeerd middelloonsysteem en wordt vanaf het opbouwgrensbedrag pensioenopbouw bereikt volgens het beschikbare premiesysteem.

 

1.5.1.2

Het in enig jaar geldende opbouwgrensbedrag op jaarbasis wordt bij CAO vastgesteld en is vastgelegd in 12.3.

Voor de toepassing van dit reglement wordt dit opbouwgrensbedrag gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het in enige maand voor de deelnemer geldende deeltijdpercentage.

 

1.5.2

Onder de franchise in enige maand wordt verstaan een bedrag gelijk aan 1/12 deel van EUR 12.705 (stand per 1 januari 2001), aangepast volgens de franchise-index en vermenigvuldigd met het in de desbetreffende maand geldende deeltijdpercentage.

De franchise-index wordt per 1 januari 2001 gesteld op 100 en volgt daarna maandelijks de ontwikkeling van het minimumloon zoals bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

De franchise en de franchise-index zijn vastgelegd in 12.3.

 

1.5.3

De inkomensgrondslag wordt bepaald door de som van de onder 1.5.3.1 tot en met 1.5.3.3 genoemde componenten.

 

1.5.3.1

Onder het vaste maandsalaris in enige maand wordt verstaan 1/12 van het, bij arbeidsovereenkomst, overeengekomen en betaalbaar te stellen vaste (deeltijd) jaarsalaris, en vermeerderd met eventuele bij arbeidsovereenkomst overeengekomen vaste persoonlijke toeslagen.

 

1.5.3.2

Onder vaste ploegendiensttoeslag van de deelnemer in enige maand wordt verstaan 1/12 van het totaal van de overeengekomen (deeltijd) vaste dienstroostertoeslagen per jaar, vermeerderd met eventuele bij arbeidsovereenkomst overeengekomen vaste persoonlijke dienstroostertoeslagen.

 

1.5.3.3

Onder variabele grondslag van de deelnemer in enige maand wordt verstaan:

de variabele brutocomponenten die in enige maand uit hoofde van de arbeidsovereenkomst door Acordis aan de deelnemer betaalbaar worden gesteld respectievelijk worden ingehouden en die ingevolge de arbeidsovereenkomst voor verrekening in de variabele grondslag in aanmerking komen.

 

1.5.4

Onder percentage ploegendiensttoeslag van de deelnemer in enige maand wordt het met de deelnemer uit hoofde van de arbeidsovereenkomst overeengekomen percentage dienstroostertoeslag verstaan.

 

1.5.5

Onder BP-grondslag wordt verstaan het positieve verschil tussen inkomensgrondslag krachtens 1.5.3 en het opbouwgrensbedrag.

De BP-grondslag heeft alleen een waarde indien en zolang 2.2.4 van toepassing is.

 

1.5.6

Onder de arbeidsongeschiktheidsgrondslag van de deelnemer wordt verstaan het vaste maandsalaris krachtens 1.5.3.1 vermeerderd met de vaste ploegendiensttoeslag krachtens 1.5.3.2.

 

1.6.1

Pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid, Sociale Regels en FVP

Indien en voorzover en voor zolang de deelneming wordt voortgezet op grond van 1.2.2.3 en/of 1.2.2.4 en/of 1.2.2.6:

a)     bestaat er geen aanspraak op een BP-spaarbedrag; en

b)     wordt de pensioenopbouw uitsluitend op basis van de middelloonpensioenregeling voortgezet, waarbij de beperking tot opbouw tot maximaal het opbouwgrensbedrag komt te vervallen;

c)      wordt bij deelname op grond van artikel 1.2.2.6 de pensioenopbouw beperkt tot pensioenopbouw uit hoofde van de bijdrage ten laste van het FVP.

 

1.6.2

Bij deelname als bedoeld in 1.2.2.3 wordt de bijdrage ten laste van het FVP, zowel de voortzettings- als de inkoopbijdrage, aangewend als subsidie en kan door het fonds worden verrekend met Acordis. Het pensioenfonds garandeert daarbij dat de deelnemer of de nabestaande minimaal de pensioenaanspraken ontvangt als waarop hij aanspraak heeft als 1.6.1 sub c van toepassing zou zijn.