3.  Beschikbare premie

 

3.1  Inleiding

 

Voorzover in dit hoofdstuk daarvan niet wordt afgeweken zijn de bepalingen van hoofdstuk 2 van overeenkomstige toepassing op de in dit hoofdstuk bedoelde pensioenen.

 

 

3.2  Recht op spaarbedrag

 

De deelnemer heeft, voorzover hij niet deelneemt op grond van 1.2.2.3 en/of 1.2.2.6 dan wel op grond van arbeidsongeschiktheid, recht op spaarbedragen op basis van het in dit hoofdstuk gestelde.

 

3.2.1

Indien in enige maand 2.2.4 van toepassing is, wordt aan de deelnemer een BP-spaarbedrag verstrekt voor de opbouw van BP-spaarsaldo.

 

 

3.3  Hoogte BP-spaarbedrag

 

3.3.1

Het in enige maand voor de deelnemer bij te schrijven BP-spaarbedrag is afhankelijk van de bereikte leeftijd van de deelnemer in gehele jaren op de laatste dag van de maand en bedraagt een percentage van de BP-grondslag in de betreffende maand. Deze percentages zijn opgenomen in de CAO.

 

3.3.2

Op schriftelijk verzoek van de deelnemer aan Acordis kan, naar keuze van de deelnemer, maximaal 40% van het BP-spaarbedrag door de deelnemer direct als brutoloon worden genoten onder inhouding van de wettelijk verschuldigde bedragen.

Een dergelijk verzoek, respectievelijk een verzoek tot wijziging, kan bij aanvang van de deelneming en vervolgens slechts eenmaal per jaar worden doorgevoerd en wel effectief in de maand januari en dient vóór 1 januari schriftelijk te worden ingediend.

 

 

3.4  Arbeidsongeschiktheid

 

Indien en voorzover en voor zolang de deelneming wordt voortgezet op grond van 1.2.2.4:

·        bestaat er geen aanspraak op een BP-spaarbedrag; en

·        wordt de pensioenopbouw krachtens 6.2 uitsluitend op basis van de middelloonpensioenregeling voortgezet, waarbij de beperking tot opbouw tot maximaal het opbouwgrensbedrag komt te vervallen.

 

3.4.1

Bij voortzetting van de deelneming op grond van 1.2.2.4 wordt, indien en zodra het dienstverband met Acordis eindigt, het BP-spaarsaldo conform 2.8.2 aangewend voor pensioen als ware er sprake van einde van de deelneming.

 

3.4.2

Indien en zodra het dienstverband met Acordis eindigt en er geen sprake meer is van een betalingsrelatie met de voormalige werkgever, zal het BP-spaarsaldo worden aangewend voor pensioen als ware er sprake van einde van de deelneming.

 

 

3.5  Spaarsaldo

 

Het BP-spaarbedrag wordt op naam van de deelnemer geregistreerd.

Het BP-spaarsaldo wordt opgebouwd uit:

·        het door Acordis ten behoeve van de deelnemer ter beschikking gestelde BP-spaarbedrag na toepassing van het gestelde in 3.3.2;

·        het nettobeleggingsrendement op basis van de door de deelnemer gekozen beleggingsmodule;

·        ingebracht kapitaal als gevolg van een waardeoverdracht ingevolge 2.10;

·        negatieve risicopremies.

 

De kosten voor het aanhouden van de rekening komen ten laste van het fonds.

 

 

3.6  Keuze beleggingsmodule

 

De deelnemer bepaalt welke beleggingsmodule van toepassing is voor zijn spaarsaldo. De keuze wordt gemaakt voorafgaand aan de eerste maand van inleg van een BP-spaarbedrag.

De keuze van de beleggingsmodule geldt voor de toekomstige spaarbedragen.

De deelnemer kan zijn keuze eenmaal per jaar kostenloos wijzigen. De wijziging wordt per 1 januari van het volgende jaar doorgevoerd.

 

3.6.1

De deelnemer kan de beleggingsmodule van het reeds opgebouwde BP-spaarsaldo geheel of gedeeltelijk wijzigen. Deze wijziging is eenmaal per jaar kostenloos, voor volgende wijzigingen kunnen kosten in rekening worden gebracht.

 

3.6.2

Het Bestuur stelt in overleg met Acordis te kiezen beleggingsmodules en de daarbij behorende voorwaarden vast.

 

 

3.7  Aanwending BP-spaarsaldo

 

Het BP-spaarsaldo wordt uiterlijk op de standaardpensioeningangsdatum, tenzij 7.3 met betrekking tot vervroeging van de standaardpensioeningangsdatum van toepassing is - op basis van door het Bestuur vastgestelde geslachtsonafhankelijke waarderingsgrondslagen en overige waarderingsgrondslagen van het fonds -aangewend voor verhoging van het levenslang ouderdomspensioen en een gelijk deel tijdelijk ouderdomspensioen.

 


3.7.1

De bepalingen van dit hoofdstuk blijven, bij voortzetting van de deelneming onverkort van toepassing als niet langer wordt voldaan aan het gestelde in 2.2.4 en 3.4 niet van toepassing is.

 

3.7.2

Als de deelnemer vóór de standaardpensioeningangsdatum overlijdt, vervalt het BP-spaarsaldo aan het fonds.

 

 

3.8  Afkoop bij overschrijding fiscaal maximum

 

Als bij beoordeling, zoals hierna omschreven, blijkt dat door aanwending van het BP-spaarsaldo en het eventuele VP-spaarsaldo tezamen en vermeerderd met het ouderdomspensioen krachtens artikel 9 AOW, het totale ouderdomspensioen op de standaardpensioeningangsdatum meer bedraagt dan het in hoofdstuk IIB van de Wet LB bedoelde maximum, zal het meerdere worden uitgekeerd in een uitkering ineens.

 

Beoordeling of het levenslang ouderdomspensioen binnen de wettelijke begrenzing blijft, vindt plaats op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de (vervroegde respectievelijk uitgestelde) standaardpensioeningangsdatum, maar:

·        na aanwending van het BP-spaarsaldo ten behoeve van tijdelijk ouderdomspensioen en levenlang ouderdomspensioen vanaf de standaardpensioeningangsdatum en na aanwending van het eventuele VP-spaarsaldo;

·        na herschikking vóór ingang van het pensioen, wegens aanwijzing van een vervroegde dan wel uitgestelde standaardpensioeningangsdatum van de uit de middelloonregeling en Beschikbare Premieregeling (als hiervoor bedoeld) verworven aanspraken op tijdelijk ouderdomspensioen en levenslang ouderdomspensioen;

 

een en ander zoals bepaald in hoofdstuk 7 en met inachtneming van het bepaalde in de Wet LB.

 

 

3.9  Scheiding

 

Onverminderd het bepaalde in 2.11 gelden de volgende bepalingen.

Bij scheiding verkrijgt de voormalige partner recht op uitbetaling van tijdelijk ouderdomspensioen en levenslang ouderdomspensioen uit hoofde van een deel van het BP-spaarsaldo.

Dit deel is gelijk aan de helft van het spaarsaldo waarop de (gewezen) deelnemer recht heeft gekregen gedurende de na 31 december 2000 gelegen deelnemingstijd - inclusief deelnemingstijd uit waardeoverdracht - tussen de laatste van de maand volgend op de datum van sluiting van het huwelijk, dan wel aanvang van de wettelijke partnerregistratie met bedoelde partner en de eerste van de maand volgend op de datum van scheiding.

 


De hoogte van het recht op uitbetaling van pensioen wordt vastgesteld door omzetting van het hiervoor vastgestelde deel van het spaarsaldo naar pensioenaanspraken als ware er sprake van beëindiging van de deelneming conform 2.8.

 

Op het recht op uitbetaling zijn de voorwaarden van 2.11 van toepassing.