5.  Uitzending naar het buitenland

 

5.1  Inleiding

 

Bij uitzending naar het buitenland wordt de deelneming aan de pensioenregeling voortgezet op basis van 1.2.2.2.

Voorzover in dit hoofdstuk daarvan niet wordt afgeweken, zijn de overige bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing op de in dit hoofdstuk bedoelde pensioenen.

De betrokken (gewezen) deelnemer of zijn nagelaten betrekkingen is / zijn verplicht aan deze regeling mee te werken en alle gegevens en bescheiden aan het fonds te overleggen, die het voor de uitvoering van deze regeling nodig acht.
Indien deze verplichting niet wordt nagekomen kunnen de pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk opgeschort worden.

 

 

5.2  Inkomensgrondslag

 

Voor het vaststellen van de componenten van de inkomensgrondslag wordt, in afwijking van hetgeen in 1.5.3 is bepaald, uitgegaan van het inkomen dat voor dit doel door de Directie is bepaald met dien verstande dat dit inkomen niet hoger kan zijn dan het werkelijk genoten inkomen.

 

 

5.3  Vervangende AOW-uitkering

 

Gedurende de tijd dat de deelnemer naar het buitenland is uitgezonden, zal door en voor rekening van het fonds een regeling worden getroffen die voorziet in een aanspraak gelijkwaardig aan de AOW-uitkering.

 

Deze regeling wordt niet toegepast bij uitzending naar een land waarmee door Nederland een regeling is getroffen op het terrein van de sociale zekerheid te weten de landen van de Europese Unie (EU-landen) en verdragslanden buiten de EU.

 

 

5.4  Pensioenaanspraken

 

5.4.1

De naar het buitenland uitgezonden deelnemer heeft, met inachtneming van het bepaalde in 5.4.2 en in 5.5, aanspraak op alle in dit reglement genoemde pensioenen.

 

5.4.2

Indien en voorzover aanspraken op buitenlandse wettelijke pensioenvoorzieningen of daarmee naar het oordeel van Acordis gelijk te stellen regelingen worden verkregen, zullen deze, voorzover deze aanspraken zijn ontstaan tijdens het dienstverband van de deelnemer met Acordis en betrekking hebben op de deelnemingstijd die voor de berekening van de uit te keren pensioenen in aanmerking zijn genomen door de (gewezen) deelnemer en zijn nabestaanden aan het fonds worden gecedeerd.

Indien cessie aan het fonds niet plaatsvindt, worden bedoelde aanspraken verrekend met de door het fonds uit te keren pensioenen krachtens 5.3 en de pensioenen krachtens 1.3.

 

5.4.3

Uitgaande waardeoverdracht

Indien na beëindiging van de deelneming de gewezen deelnemer in dienst treedt bij een niet tot Acordis behorende onderneming kunnen onder de voorwaarden van 2.9, de premievrije aanspraken worden vervangen door een bedrag ineens ter grootte van de wiskundige waarde zoals aangegeven in 2.9.2.

Daarbij wordt op basis van door het Bestuur te stellen regels rekening gehouden met pensioenaanspraken zoals bedoeld in 5.3 en 5.4.

 

 

5.5  Arbeidsongeschiktheidspensioen

 

5.5.1

Indien en zolang de naar het buitenland uitgezonden deelnemer in de zin van de WAO arbeidsongeschikt zou zijn, heeft hij aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen.

 

5.5.2

De vaststelling van dit pensioen en van de ingangsdatum geschiedt naar analogie van hetgeen is bepaald in hoofdstuk 6.

 

5.5.3

Indien de deelnemer geen aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de WAO bedraagt het arbeidsongeschiktheidspensioen de voor hem van toepassing zijnde inkomensgrondslag als bedoeld in 5.2 vermenigvuldigd met het uitkeringspercentage behorende bij de mate van arbeidsongeschiktheid.

 

5.5.4

Het overeenkomstig dit artikel vastgestelde pensioen wordt verminderd met het arbeidsongeschiktheidspensioen of daarmee naar het oordeel van het Bestuur gelijk te stellen voorzieningen, waarop de deelnemer krachtens buitenlandse (wettelijke) bepalingen aanspraak kan maken.